Heb je ooit naar een antieke vaas gekeken en gedacht: “Oh, die barst maakt het juist interessanter”? Wel, dat is precies waar het wabi sabi interieur om draait. Het is een Japanse stijl die de schoonheid van het onvolmaakte viert. Denk niet aan strak, glimmend en precies; in plaats daarvan gaat het om ruwe charme, kleine imperfecties en het omarmen van het onvolmaakte. Kortom, wabi sabi is het interieur van iemand die zegt: “Ik hou van dingen die er een beetje gebruikt uitzien!” En weet je wat? Dat maakt het juist zo mooi.
Kenmerken van een wabi sabi interieur
- Natuur is de ster
In wabi sabi is de natuur je beste vriend. Hout, steen, keramiek – alles wat een beetje ruw aanvoelt of de tand des tijds heeft doorstaan, krijgt een plek in je huis. Geen glimmend kunststof of strak afgewerkte meubels, maar stukken die met liefde en een beetje charme zijn geproduceerd. Een tafel met zichtbare houtnerven? Perfect! Een vaas met een paar scheuren? Oogverblindend! - Meubels die niet proberen te veel te doen
Geen meubels die schreeuwen om aandacht. In wabi sabi zijn meubels rustig, robuust en vooral functioneel. Geen overdreven designstukken, maar eerder een stevige houten tafel met een beetje karakter (lees: krasjes) of een bank die uitnodigt om lekker op te ploffen. Je meubels moeten niet het gevoel hebben dat ze een carrière als kunstwerk moeten najagen – ze mogen gewoon zichzelf zijn. - Veroudering is sexy
Klinkt misschien vreemd, maar in wabi sabi wordt veroudering gezien als een soort luxe. De tijd laat zijn sporen na, en dat maakt je meubels juist waardevol. Die oude kast met een beetje roest? Dat is geen probleem, dat is geschiedenis. Een vaas die net iets te veel heeft meegemaakt? Alleen maar charmant. Het idee is simpel: hoe meer karakter, hoe beter. - Asymmetrie is je beste vriend
Symmetrie is zo passé. Wabi sabi houdt van een beetje chaos, maar wel de charmante, rustige chaos die het leven zo leuk maakt. Een beetje scheef, een beetje ongelijk, dat is wat je zoekt. Een schilderij dat net niet in het midden hangt of een stoel die net niet recht is, maakt de ruimte pas echt interessant. Perfectie is uit, onvolkomenheden zijn in! - Kleur? Houd het aards
In een wabi sabi interieur draait het allemaal om zachte, natuurlijke tinten. Denk aan een palet van beige, grijs, bruin en olijfgroen. Geen felle kleuren die je in je gezicht schreeuwen, maar kleuren die je uitnodigen om te relaxen en tot rust te komen. Het is de soort kleuren die je ziet als je een mooie wandeling maakt in de natuur: kalmerend en helemaal niet opdringerig. - Accessoires: minder is meer
In wabi sabi geldt: geen overdaad aan spullen. Je hebt geen berg accessoires nodig om een mooie sfeer te creëren – het zijn de kleine, eenvoudige dingen die het verschil maken. Een handgemaakte vaas met een klein scheurtje, een plant in een pot die net niet perfect is, een boek dat er al een paar keer doorheen is gelezen. Alles wat niet te ‘perfect’ is, is welkom. Het gaat om kwaliteit, niet om kwantiteit. - Ruimtes die ademen
Het wabi sabi interieur houdt van ademruimte. Te veel spullen in een kamer? Niet in dit huis! Het draait om ruimte om te ademen en dingen die je ruimte geven om te ontspannen. Het is een interieur waar je niet bang hoeft te zijn om af en toe een beetje adem te halen en gewoon te genieten van de stilte en de charme van het imperfecte.
En, ga jij wabisabi?
Dus, wil je een interieur dat eruitziet alsof het net uit een Japans boetiekhotel komt, maar met de charme van een knus, ouderwets huis? Dan is wabi sabi misschien wel iets voor jou. Het is de stijl voor mensen die houden van hout dat krast, vaasjes met een scheur, en meubels die het geen probleem vinden om een beetje te verouderen. Wabi sabi is geen trend, het is een levensstijl die je uitnodigt om de schoonheid te vinden in het onvolmaakte – een stijl die zegt: “Ja, dit is wie ik ben, en ik ben best trots op mijn imperfectie.”